Inspiratie

In de stichtingsakte van NWW staat: “De stichting vindt haar grondslag in de visie dat de mensheid één is en alleen kan overleven door het leven in onszelf en de ander te dienen en daarvoor de voorwaarden te scheppen.” NWW is niet verbonden aan één bepaalde religieuze of levensbeschouwelijke stroming. De basis van de zorg in NWW is gelegen in de overtuiging dat er waarden bestaan die in het (samen)leven van àlle mensen belangrijk zijn, of deze mensen nu wel of niet geloven, of ze blank of zwart zijn, verstandelijk gehandicapt of niet. Deze universele waarden zijnin het werk van Elie Wiesel (1928-2016; Joods-Amerikaans schrijver en winnaar van de Nobelprijs voor de vrede) en verschillende filosofen, dichters en schrijvers terug te vinden. Door Wiesel en enkele andere denkers laten wij ons steeds opnieuw inspireren om de zorg voor de verstandelijk gehandicapte bewoners gestalte te geven en uit te diepen. Zij stimuleren ons om anders te kijken dan we gewend zijn en ze leggen een accent op gelijkwaardigheid, respect en bezieling; om van daaruit een bijdrage te leveren aan het leven van mensen die zorg behoeven.

Het werk van de Franse filosoof E. Levinas (1905-1995) is in Nieuw Woelwijck altijd een belangrijke
inspiratiebron geweest. Levinas beschouwt de vraag hoe een mens tot ethisch handelen kan komen, en hoe hij aldus de verantwoordelijkheid die hij voor de ander heeft, daadwerkelijk kan dragen. Verantwoordelijkheid voor de ander, die in principe een vreemdeling is, ontstaat volgens Levinas in de ontmoeting, ‘bij het verschijnen van het gelaat van de ander’. Wie is die ander? Hoe nemen we op een ethische manier verantwoordelijkheid voor die ander? Het zijn vragen die ook in Nieuw Woelwijck van belang zijn.

Zo is J. Korczak (1878-1942) eveneens een belangrijke inspiratiebron geworden. Deze pedagoog, arts
en schrijver ging in de Tweede Wereldoorlog vrijwillig met zijn weeskinderen mee naar het
vernietigingskamp Treblinka en is daar in 1942 omgekomen. Korczak spreekt met verwondering en
belangstelling over wat er in het kind omgaat en roept op tot respect voor ieder kind. Berding (1995): “Korczak is in en door het werken en samenleven met kinderen tot vragen gekomen als ‘Hoe kan ik van een kind (dit kind) houden en het begrijpen? En ‘Hoe kan ik een kind (dit kind) respecteren en vertrouwen?’. Hij verbindt er directe, praktische consequenties aan: voor zichzelf, voor opvoeders, voor kinderen, voor de samenleving. Korczak is ervan overtuigd dat je door het werken en samenlevenmet kinderen als opvoeder elke dag wat leert. Maar dan moet je zo nu en dan even afstand nemen en erover nadenken. Ook moet je bereid zijn gaandeweg stapjes terug te doen. Zo maak je steeds meer ruimte voor de eigen krachtsinspanningen van kinderen. Zo leer je respect te krijgen voor ‘de zware arbeid van het groot worden’. “ De gedachten van Korczak over (de opvoeding van) kinderen zijn een inspiratiebron voor het begeleiden van de verstandelijk gehandicapte bewoners in Nieuw Woelwijck.

Ontmoeting

De ontmoeting speelde en speelt nog altijd een centrale rol in de dorpsgemeenschap. Inspiratie put Nieuw Woelwijck onder meer uit het boek ‘Demian’ van Herman Hesse (1971). Hesse beschrijft dat een mens in wezen eenzaam is en dat ook zal blijven, maar laat ook zien dat er lichtpuntjes in ons
bestaan zijn:

“Een mens komt nooit thuis’’, zei ze vriendelijk. “Maar daar waar bevriende wegen samenkomen, daar ziet de hele wereld er een kort moment uit als een thuis”.

Hesse geeft een belangrijke emotie weer: mensen kunnen zich eenzaam voelen, maar zijn er niet voor bestemd hun hele bestaan in eenzaamheid door te brengen. Het geluk van de mens, ongeacht zijn verstandelijke vermogens, ligt in het gegeven dat hij zich (soms) verbonden kan voelen met anderen. Een belangrijk streven in Nieuw Woelwijck is altijd het streven naar ontmoeting geweest. Als volgt omschreven: ‘de vriendschappelijke en respectvolle omgang tussen mensen waarin wederzijdse betrokkenheid kan ontstaan’ ( Leven in een dorp).

In het huidige tijdperk is Andries Baart een denker die met zijn geschriften inspiratie en ondersteuning biedt in het blijven nadenken over de verwoording van en het vormgeven aan een goed leven voor de bewoners van Nieuw Woelwijck. Wat is een goed leven en wat is eigenlijk goede, warme, aandachtige zorg? Hoe breng je deze tot stand en wat is daarvoor nodig? Werkelijk goede zorg, aldus Baart, komt relationeel tot stand. Deze uitspraak staat dicht bij de in Nieuw
Woelwijck nagestreefde ontmoeting. In zijn boek “De ontdekking van kwaliteit, theorie en praktijk van relationeel zorg geven” (2018) gaat Baart bij de beschrijving van de inhoudelijke zorg uit van drie invalshoeken: de zorgontvanger, de zorgverlener en de organisatie.

Door op "Accepteren" te klikken, gaat u akkoord met het opslaan van cookies op uw apparaat om de navigatie op de site te verbeteren, het gebruik van de site te analyseren en onze marketinginspanningen te ondersteunen. Bekijk onze Privacyverklaring voor meer informatie.